-
1 een bandje op een bandrecorder afspelen
een bandje op een bandrecorder afspelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een bandje op een bandrecorder afspelen
-
2 een bandje afspelen
een bandje afspelen -
3 een bandje afspelen
een bandje afspelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een bandje afspelen
-
4 bandje
-
5 bandje
♦voorbeelden: -
6 een zoveelsterangs bandje
een zoveelsterangs bandjeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een zoveelsterangs bandje
-
7 schneiden
schneidenII 〈 overgankelijk werkwoord〉7 〈 film, communicatie( media)〉cutten, monteren♦voorbeelden:die Straßen schneiden sich • de straten, wegen kruisen elkaardie Luft ist zum Schneiden • de lucht is om te snijden -
8 afspelen
I 〈wederkerend werkwoord; zich afspelen〉♦voorbeelden:1 waar heeft het ongeluk zich afgespeeld? • where did the accident take place/occur?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [afdraaien] play♦voorbeelden: -
9 binder
-
10 send magazines in a binder
-
11 rang
2 [groep plaatsen] circle3 [maatschappelijke positie] rank♦voorbeelden:een rang bekleden • hold a rank/positioneen rang hoger dan hij • one rank above himterugzetten in rang • demotein rang opklimmen • rise in rankzij staat in rang boven/beneden hem • she ranks above/below himin rang volgen op • be next in rank tobevorderd worden tot de rang van • be promoted to (the rank of) -
12 combo
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский